Komt rust, komt angst, komt verdriet – en morgen weer doorpakken!
Het is maandagmiddag, mijn altijd zeer gekoesterde vrije dag. Het zonnetje schijnt. Mijn katten liggen in elkaar gevouwen in de zon te slapen. Hun buiken gaan tegelijkertijd omhoog en omlaag. Soms volgt er een snurkje, maar verder is het een groot, harig, rood-zwart-wit gestreept bolletje, in ruste. Ik zit ernaast en nu ik eindelijk stil zit en hun rust ervaar, kom ik ook tot rust.
In deze rust merk ik pas hoe ik me eigenlijk voel. De afgelopen dagen ben ik lekker en hard doorgegaan. Al anderhalve week zijn de theaters dicht en is mijn werkelijkheid volledig ondersteboven gegooid. Dat wat ik nooit en te nimmer als risico heb gezien stond plots voor mijn deur. Ik hoef geen lezer uit te leggen wat er is gebeurd, want iedereen zit in hetzelfde schuitje. Iedereen is verbaasd. Iedereen is angstig. Iedereen maakt zich zorgen. Iedereen weet niet goed hoe deze nieuwe realiteit werkt en niemand weet zich daar nog goed toe te verhouden.
Aangezien het mijn werk is om de tours van 30 gezelschappen en ongeveer 60 voorstellingen te plannen en de zakelijke afspraken te faciliteren, stortte mijn bedrijf volledig in door de maatregelen rondom Corona. Plots gebeurde dat wat ik echt nog nooit voor ogen hield. Een vriend zei maanden geleden, wat als alle voorstellingen door dit “Corona” worden verboden. Ik lachte en keek hem vol verbazing aan. ‘Totaal onmogelijk’ dacht ik. Maar de eerste maatregelen zorgden dat ruim 120 voorstellingen in het kader van overmacht gecanceld zijn, dit zijn enkel de voorstellingen tot begin april.
Theoretisch gezien zijn wij dus onze volledige omzet van maart kwijt en zijn onze 30 gezelschappen plots werkloos. Terwijl het proces van afzeggingen doorgaat en iedereen werkloos thuis komt te zitten, zijn wij op volle kracht aan het werk. Zo snel mogelijk met collega-impresariaten een beleid ontwikkelen. Gezelschappen zo volledig mogelijk informeren over alle financiële en juridische consequenties. Een methode hanteren waarmee we proberen de schade te beperken. De maatregelen van de overheid zo duidelijk mogelijk vertalen voor alle partners. Een nieuw systeem ontwikkelen om te zorgen dat zodra men weer kan spelen, we alles zo snel mogelijk voor iedereen kunnen regelen. Zodat we ook hierin de schade kunnen beperken voor alle partijen. Alle planningen voor verkoop en marketing moeten op de schop, alles moet wel klaargezet worden maar nog niks lanceren. Wie zit te wachten op deze nieuwsberichten als de wereld op zijn kop staat. Die mailing voor de scholen die normaliter nu gaan nadenken over de cultuureducatie van volgend jaar kunnen we maar beter niet NU versturen. Maar het drukwerk moet wel klaarliggen voor als we weer operationeel zijn.
Ik moest de afgelopen weken dus in de volledige leiderschapsmodus, vol aan de bak, volle uren. Skypen in mijn eentje op kantoor met mijn team aan collega’s die allemaal voor de veiligheid thuis werken. Want iemand moet het letterlijke fort bewaken. Deze werkmodus zorgt voor een volledig paradoxaal gevoel wanneer je dit naast de verwarring en angst legt, omdat opeens je altijd zo solide bedrijf in zijn hele bestaan bedreigd wordt. Ons verdienmodel werkt als volgt: wij werken nu en verdienen die investering over ruim een jaar terug. Dus al het geld wat vandaag niet binnenkomt, is het werk en de investering van vorig jaar. We hebben uitgestelde betalingen. Deze maanden krijgen we dus niet betaald voor het werk wat we vorig jaar deden. Dit jaar zijn we bezig met een oplossing voor de problemen van nu, waardoor de inkomsten voor de tijd en investeringen nu, volgend jaar ook in gedrang zijn. Wij werken zover vooruit om altijd de meest veilige onderneming te hebben. Want je weet ver van te voren wanneer er een tegenvaller komt en daar kan je op anticiperen.
En dan nu dus dit, iets wat de werkelijkheid van mijn leven volledig ontkracht. Iets dat iedereen ondersteboven blaast en voor ons ondernemers dus een veel groter probleem dan ‘er zijn domme mensen die wc papier hamsteren’. Een veel groter probleem dan, ik zit thuis en ik mag geen leuke dingen meer doen, dus ga ik maar klussen.
Deze blog stond op mijn to-do-lijst, want ondanks deze tijden, doe ik braaf alle to-do’s anders wordt het chaos. Ik ging zitten en wist helemaal wat ik ging schrijven. Om mij heen zie ik zoveel waanzinnig mooie initiatieven. Ik merk zo veel meer contact met de mensen die je op straat tegen komt. Een gesprek op 1,5 meter afstand met de pakketbezorger was nog nooit zo betrokken. Het lijkt wel alsof iedereen de haast kwijt is om zijn eigen leven te leiden en daardoor tijd heeft voor die ander. We hoeven niet meer direct door, want waar moeten we heen. Dus kunnen we wel even de tijd nemen om contact te maken.
Daarnaast zie ik zoveel waanzinnige initiatieven van makers uit mijn stal en daarbuiten. Je ziet dat iedereen op dit moment zijn creativiteit gebruikt om kleur te geven aan het vernieuwde bestaan. Theaterregistraties worden online gezet. Er worden kleurplaten, doe-boeken, luisterboeken, workshops, meezingers gedeeld online. We zingen samen hoopvolle klassiekers en we voelen ons verbroederd in de strijd. Creativiteit, muzikaliteit, theatraliteit sieren ons en we sieren elkaar ermee. En dan ook nog al die mooie maatschappelijke initiatieven die oppoppen. Iedereen wil iets voor elkaar doen, wil ook in een halve lockdown nuttig zijn en een bijdrage leveren aan de maatschappij. We hebben het over wie we waarderen, wie we nodig hebben, wie we respecteren in ons Nederland. Het draait niet meer om geld, maar om oprechte waardering en zingeving (hé, daar schreef ik eerder al over). Ik ervaar dit alles als hartverwarmend en inspirerend. Het geeft me hoop en ik heb het gevoel van verbroedering met gelijkgezinden.
Daar wilde ik natuurlijk deze blog over schrijven. Maar nu ik hier op de bank eindelijk stil zit en ruimte bied aan het gevoel in mijn buik borrelt er iets anders. Het geeft me allemaal hoop en die hoop heb ik echt nodig. Die hoop heb ik nodig om door te gaan en het beste ervan te maken. Want als ik eerlijk ben zie ik zelf die hoop niet zo en wil ik zonder die hoop enkel vluchten. Want potverdomme wat ben ik verdrietig om wat nu gebeurt. Wat maak ik me zorgen over de toekomst. Over welke maatregelen nog gaan komen. Hoe lang dit nog gaat duren. En welke consequenties dit allemaal gaat hebben voor mij en de mijnen.
Ik hoor de woorden van een vriendin die ik gister via Facetime sprak. “Het lijkt wel alsof we niet verdrietig mogen zijn.” Daarin steek ik direct hand in eigen boezem, ik mag vooral van mezelf niet verdrietig of angstig zijn, want ‘daar heb je helemaal niks aan!’ Dus daar is die weer, de angst voor negatieve emoties. Ben ik de enige die in de actiemodus gaat om de angst te overwinnen? Of is iedereen zich aan het storten op handzame oplossingen binnen handbereik voor dit veel te grote probleem? Zijn deze creatieve kleine oplossingen, de bijdragen die we leveren, de acties om iets voor een ander te betekenen, de behoefte om te helpen, eigenlijk een methode om handen en voeten te geven aan de angst en het verdriet? Om zo om te kunnen gaan met de grote onzekerheid van ons plotseling veranderde bestaan? Kunnen we zo slecht tegen controleverlies? Ik vrees het!
Ik voel mijn niet ‘lullen maar poetsen’-mentaliteit alweer opborrelen. De gedachte: ‘Kom Karin, niet zo zielig doen,’ is er al. Morgen ga ik dan ook weer met veel hoop en hopen energie aan de slag. Mijn creativiteit en doorzettingsvermogen ga ik inzetten om controle te krijgen op mijn wereld, voor mezelf en anderen. Maar vandaag negeer ik even alle prachtige inspirerende creatieve en liefdevolle acties die de wereld ingegooid worden. Ik ga namelijk vandaag in deze rust voelen hoe bang ik ben voor het verliezen van alles wat ik opbouwde. Hoewel de doemscenario’s totaal niet realistisch lijken, ga ik me daar toch even verdomd verdrietig over voelen. ‘Wat als dit tot september zo blijft en ik mijn bedrijf op kan doeken? Wat dan?’
Vandaag mag ik daar dus gewoon verdrietig over zijn en er is geen met de webcam opgenomen ‘We zullen door gaan’-lied dat mij daarvan gaat weerhouden. Want soms is de moeilijkste, zwaarste route toch de meest nuttige. Voor nu is dat die van de realiteit, van ‘niks is zeker’ en ‘hoe hard je ook werkt, je hebt nergens recht op’. Het leven ligt buiten je controle en soms zit het even heel erg tegen, ook al heb je dat helemaal niet verdiend. Gelukkig ga ik dit gevoel aan met de vredig slapende poezen op de bank en de zon op mijn snoet. Ook kan ik dit doen met de wetenschap dat er ergens anders iemand anders wel al zijn energie inzet om anderen hoop te geven. Wees gerust, als die ander er doorheen zit neem ik die rol weer op me. Maar nu even niet. Zullen we afspreken dat we om de beurt even instorten? Na mijn verdriet komt weer hoop, dat beloof ik.
Karin Bannink