Algemeen-BuroBannink-Presentatiedag-foto-Floris-Heuer-jeugdtheater.10

Afslagangst

Afgelopen maand werd ik 35. Zo, dat is er uit… Heel eerlijk: ik heb het nog nooit zo moeilijk gehad met een jaartje ouder worden. Nee, ik lag de avond voor mijn verjaardag niet huilend van zelfmedelijden in mijn bed. Ook heb ik geen dure auto gekocht of mijn leed verzacht in de drank. Ik werk gewoon braaf door en ben nog niet geëmigreerd. Maar ik durf wel te zeggen dat ik door het bereiken van deze leeftijd toch in een soort van ‘crisis’ beland ben. En als ik heel eerlijk ben loop ik al een tijd midden in die crisis. Een crisis van totale rusteloosheid door de vraag “Is dit het?”, “Je leeft maar één keer en daar moet je het beste van maken” en “Dat wat ik doe moet goed en ik krijg maar één kans om het zo te doen zoals ik het wil”.

Dus ja, ik had moeite met 35 worden en zijn. Iedereen tegen wie ik mijn angst uitspreek kijkt me verbaasd aan en gaat automatisch mijn probleem ‘silverlinen’, zoals we dat noemen wanneer je een probleem van een ander relativeert door te doen alsof het niet zo erg is. “Joh 35 is de nieuwe 26”, “Kijk eens wat je allemaal bereikt hebt, waarom zou je er moeite mee hebben?”, “Je ziet er niet uit als 35”, “Stel je niet aan, je hebt nog een heel leven voor je”. Ok, dat ik nu na een lange stabiele relatie plots al een jaar single ben, ziet men wel als een pijnlijk punt voor mijn leeftijd. Maar dan krijg ik de “Je komt vanzelf iemand tegen”, “Zo lang ben je nog niet alleen”, “Je hebt nog alle tijd voor een gezin”, “Wie weet wat er allemaal op je pad komt” en “Je hebt nu wel heel veel vrijheid om te gaan voor wat je écht wil”. Maar dat is dus exact het punt van mijn crisis! Je leeft maar één keer en deze tijd krijg je nooit meer terug. Je krijgt geen replay, geen probeer het nog eens. Dus dat wat ik écht uit het leven wil halen moet ik nu doen. Maar hallo! Dat is even een verantwoordelijkheid! Dat is een flinke keuze! En weet ik dan dus wel wat ik echt wil?

Kijk, ik ben niet ongelukkig. Integendeel. Ik ben (meestal) erg gelukkig. Ik kan doen wat ik wil. Maar ik kan niet meer alles doen, ik kan niet meer alles worden wat er is. Sommige afslagen zijn voorbij. Voorbeeld: ik zal nooit meer in mijn leven als au pair in Londen wonen. Nu is dat niet zo erg, maar op iets realistischer toon: ik kan niet nog drie jaar in het buitenland gaan wonen én tegelijkertijd mijn bedrijf laten groeien en bloeien. Ik kan niet hier de nieuwe liefde van mijn leven tegen het lijf lopen en een gezin starten, zonder bepaalde wensen van mezelf opzij te zetten. Ik ben me door mijn leeftijd dus opeens zó bewust geworden van elke keuze die ik maak en de andere toekomst die daar aan vast zit!

Ik kan dit het beste uitleggen door een beeld te schetsen. Ik zie mezelf dus over een bospad lopen. Voorheen keek ik naar mijn voeten en opzij waar ik het landschap aan me voorbij zag trekken. Maar nu? Nu ben ik gefocust op het pad en het bos, maar vooral ook op wat daar achter te zien zal zijn. Ik kan namelijk niet zien waar dat pad naartoe gaat. Ik wandel rustig in het zonnetje, het is zeker een goede wandeling en na dat bos zal zich vast weer een prachtige omgeving openbaren. Maar kijk! Links doemt iets op. Kijk nou, het is een keuze. Laten we het even in de romantische sfeer zoeken, want dat maakt mijn voorbeeld echt heel duidelijk. Aan het bospad staat een hele leuke meneer en achter hem ligt een nieuw zandweggetje. Ik kan een stukje met hem oplopen het andere bospad in. Tijdens het oplopen lijk ik te zien waar zijn weg naartoe gaat. Zijn weg gaat naar een internationale carrière in Azië. Zijn weg leidt naar kinderen en ik als huisvrouw. Oei, wil ik die weg wel inslaan? Hij is heel leuk, maar als ik doorloop dan heeft dit zoveel invloed op mijn leven. Op wat ik allemaal nog mee zal maken in dit ene leven wat ik heb. Ik zie een zijweggetje terug mijn bos in. Wil ik niet in het buitenland wonen? Eigenlijk wel, maar op welke voorwaarden? Want ik kan toch niet mijn bedrijf in de steek laten? Wie ben ik dan als ik niet meer doe waar mijn passie ligt?

Weer terug op mijn bospad heb ik geen idee welk uitzicht daar achter ligt en geen idee welke afslagen ik gemist heb door een tijdje parallel te lopen. Maar ik kom weer hele mooie dingen tegen. Ik heb zijweggetjes die mij mooie momenten brengen, veel vriendschappen en mooie belevenissen. Veel passie, groei in mijn bedrijf. Veel theater, heerlijk veel vrijheid. Maar nog steeds zie ik het uitzicht na de bomen niet. Tot daar weer een zijweg is, weer een meneer. Deze is ook erg leuk en ik loop weer een stukje met hem op. Hij heeft kinderen en woont aan de andere kant van Nederland. Redelijk snel is het uitzicht vanaf dit weggetje heel helder. Een leven met gedeeld ouderschap, een extra moeder in het leven, in een dorpje, de rest van mijn leven ver weg van mijn vrienden en familie. Wil ik dat? Kan ik een stiefmoeder zijn? Dat had ik nog nooit voor me gezien. En zou ik hier kunnen wonen? Rechts van mij zie ik mijn vertrouwde bospad weer. Ik loop snel weer in het vertrouwde bos. Zo openbaart zich bij elke keuze een bepaald leven wat andere levens uitsluit.

Toen ik op mijn 23ste voor het eerst echt helemaal verliefd werd dacht ik niet aan de toekomst. Ik dacht niet aan wat ik uit mijn leven wilde halen. Wat ik allemaal nog wilde doen en wat ik nodig had om gelukkig te zijn. Ik dacht al helemaal niet aan de verplichtingen en verantwoordelijkheden die ik nu in het dagelijks leven heb waardoor sommige keuzes gewoonweg niet konden. Alles kon en ik was vrij om te doen wat ik wilde. Ik werd verliefd, ging ervoor en zag wel waar het schip strandde. Als je het samen leuk had zou het allemaal wel goed komen. Maar nu is mijn leven al zo gevormd en weet ik heel goed dat een keuze voor iets ook betekent een keuze om iets anders niet te doen. Kies ik voor een afslag van mijn bospad of sla ik hem over en krijg ik die kans niet meer?

Ik merk dus dat ik steeds langzamer door mijn bos wandel, want ik heb duidelijk last van afslagangst. Neem ik deze afslag dan weet ik niet wat er aan het eind van het bos zal komen en welke afslagen ik nog meer had kunnen maken. Die afslagen die ben ik straks voorbij ben, komen nooit meer terug. Het lijkt nu misschien alsof die afslagangst zich enkel in mijn liefdesleven openbaart, maar niets is minder waar. De afgelopen jaren heb ik constant gekozen voor mijn bedrijf en werk. Hierbij heb ik zoveel andere dingen niet gedaan, ben ik zoveel afslagen voorbij gegaan. Elke zondag dat ik zit te werken, zoals nu, spendeer ik niet met vrienden of familie. Gebruik ik niet om in mijn tuin te wroeten. Ik ben nu niet in Den Bosch rond aan het lopen om die stad te bekijken. Nee, ik zit op de bank een blog te schrijven om zo naar het theater te gaan. Volledige focus op de dingen die bijdragen en er toe doen voor mijn werk. Er zijn zoveel dingen die ik eigenlijk had willen doen maar nooit gedaan heb. Ik had heel graag in het buitenland gewoond. Ik had heel graag nog meer gestudeerd of verschillende cursussen gevolg. Ik had heel graag nog als hobby bezig geweest met theater en muziek. Ik had veel meer van de wereld willen zien. Maar ik maakte de keuze om vol voor dat bedrijf te gaan.

En nu? Nu ik 35 ben? Nu kies ik er vaker voor de dingen te doen waarvan ik denk dat ik die nú moet doen. Dingen die er anders niet meer van komen. Men zegt dat mensen op hun sterfbed altijd alleen spijt hebben van de dingen die ze niet hebben gedaan. Dus ik probeer vanuit die gedachte te leven: “Als ik dit niet doe, krijg ik er dan later spijt van?”. Dit maakt de afslagangst wat kleiner. Voor nu houdt het in dat ik gister weer een ticket heb geboekt. Ik ga in mijn eentje het bospad in Indonesië bekijken. Dat ik daardoor weer even mijn teugels bij Buro Bannink moet laten vieren is dan dus de keuze. Gelukkig heb ik geen moeite met dat loslaten en vertrouw ik mijn team volledig. Maar ik weet dat door die keuze van vijf weken reizen ik ook de keuze maak in die periode een heleboel andere dingen niet te doen. Ik ga dus weer niet naar Oerol, ik mis heel veel voorstellingen, ik ga veel kansen tot groei en ontwikkeling missen. Maar ik weet dat het bouwen aan mijn bedrijf nog tot mijn 70ste kan, want voorlopig ben ik nog niet met pensioen.

Maar met een rugzak op de wereld ontdekken is in sommige gevallen een heel stuk moeilijker dan nu. Hopelijk zie ik in mijn wandelingen plots de omgeving veranderen van een bospad naar een strandweg met een prachtig uitzicht. Waarin voor mij heel helder wordt wat er aan de horizon moet liggen. Hopelijk komt er dan iemand die een afslag wil nemen en met mij naar het einde wil lopen, omdat hij dat uitzicht ook zo mooi vindt. Mocht dat niet gebeuren dan weet ik in ieder geval dat er altijd nog een nieuwe afslag komt. Ik kan altijd terug het bos in.

Karin Bannink