Vlaamse succesvoorstellingen in Nederland

Een interview met Mattias de Paep van O’Kontreir

Theater O’Kontreir is een Vlaams gezelschap dat tegendraadse jongerenvoorstellingen maakt over maatschappelijke thema’s. Ze staan voor flitsend teksttheater met snel wisselende vertelvormen. Met ‘Trip’ en ‘De Pest! aan mij’ brengen ze hun beste voorstellingen naar Nederland. Acteurs Ana Lozica en Serge Hogenbirk hertaalden ze en laten ze helemaal aansluiten bij de leefwereld van Nederlandse jongeren. Nieuwsgierig? ‘Trip’ is op vrijdag 18 november te zien in Studio de Bakkerij in Rotterdam en op zaterdag 19 november in Den Durpsherd in Berlicum.

Een kort interview met schrijver/regisseur Mattias De Paep.

Waarom kies je ervoor om theater te maken voor jongeren?
Ik vind jongeren een geweldig publiek omdat ze erg zoekend zijn. Wie ben ik? Wie wil ik zijn? En wat verwacht ik van mijn leven? Identiteit is zo’n groot issue voor hen. En dat is de rode draad door onze voorstellingen. Je moet je ook van in het begin afvragen hoe je hen kan bereiken en je voorstelling volledig in functie daarvan maken. Dat dwingt je om ontzettend creatief te zijn. Als je ze mee krijgt, zijn jongeren het dankbaarste publiek dat er bestaat.

Jullie onderwerpen zijn ‘maatschappelijke thema’s’. Maken jullie dan educatief theater?
Ik heb een heel dubbel gevoel bij dat woord. Veel mensen denken aan een flauw verhaaltje met een moraliserend vingertje op het eind. Daar heb ik een hekel aan. Maar als ‘educatief’ betekent dat je zo veel mogelijk invalshoeken ten opzichte van een thema aan bod laat komen, dat je jongeren uitnodigt om na te denken en een eigen standpunt in te nemen… Dan ben ik er heel trots op om educatief theater te maken.

De twee voorstellingen die jullie aanbieden zijn monologen. Is dat een bewuste keuze?
Een monoloog laat je helemaal in iemands hoofd kruipen en laagje na laagje afpellen waarom hij doet wat hij doet. Ik hou van personages die iets gedaan hebben wat echt niet kan. Om dat te ontrafelen, te zoeken hoe je hen toch kan begrijpen. We oordelen veel te snel en veel te makkelijk over anderen.
Het is ook een vorm die je als schrijver veel vrijheid geeft maar je wel dwingt je publiek voortdurend aan te spreken. Je kan bliksemsnel switchen van drama naar humor, van een beschrijving naar iemands innerlijke wereld. Die snelheid werkt heel goed bij jongeren.

Jullie maken teksttheater. Is dat geen hoge drempel voor jongeren?
Mijn ervaring is dat mensen jongeren onderschatten op dat vlak. Het is niet omdat ze Vondel maar niks vinden dat ze geen voeling hebben met taal. Kijk naar hip hop: de cadans in die teksten, dat is pure poëzie, die zit vol met stijlfiguren. Dat ritme neem ik mee in mijn teksten. Taal is ook een middel om jongeren duidelijk te maken dat je hen serieus neemt.

Zijn jullie ‘Vlaamse’ voorstellingen wel aangepast aan Nederlandse jongeren?
Ik heb dat onderschat: jongeren zijn op zich met dezelfde dingen bezig. En dat klopt ook. Maar toch bleken Nederlandse jongeren heel anders te reageren dan Vlaamse. Daarom ben ik zo blij met Ana en Serge. De ervaringen die ik meebreng uit Vlaanderen gieten zij in een Nederlands kleedje. Dat maakt een vertrouwde voorstelling heerlijk fris en nieuw.