Ons online avontuur blijft niet onopgemerkt…

Wat is online jeugdtheater waard?

Oh oh… Karin was weer eens boos. De afgelopen weken stonden voor ons in het teken van online avontuur. Als je daar met zoveel passie in gaat, blijft dat natuurlijk niet onopgemerkt. We werden uitgelicht in leuke artikelen en een gepassioneerd opiniestuk van Karin zelf riep ook wat reactie op. We zetten het hier voor je op een rijtje.

Zoals jullie weten hebben we de laatste tijd hard gewerkt aan onze online presentatieweken, als vervanging van de jaarlijkse presentatiedag. Het resultaat: ons eigen “Netflix” met tientallen registraties van onze gezelschappen, oud én nieuw. Het was de bedoeling dat dit alleen voor programmeurs toegankelijk zou zijn, maar als het toch online staat, waarom dan niet ook het publiek uitnodigen? Die hebben na een jaar lockdown ook wel weer behoefte aan een leuke jeugdtheatervoorstelling! Op een scherm is het nooit hetzelfde als in het theater, maar het is beter dan niets… En onze gezelschappen zijn zo inventief, dat we inmiddels een ruim aanbod aan online voorstellingen hebben. De grote vraag is alleen: wat vraag je daarvoor?

Jeugdtheater in de uitverkoop?

Terwijl wij bezig waren met ons hoofd breken over prijsberekeningen (Vraag je het publiek per persoon te betalen of per huiskamer? Hoe dek je met minder publieksinkomsten de kosten? Hoe betaal je de makers een eerlijke prijs?), kwamen er andere initiatieven voor online jeugdtheater online, soms al vanaf €2,99 voor een voorstelling. Na alle discussies over Fair Pay van de afgelopen jaren en een jaar lang worstelen met de coronacrisis, vond Karin het te ver gaan. Ze besloot het van zich af te schrijven en plaatste een oproep bij Cultureel Persbureau, die later ook bij Theaterkrant verscheen.

Zijn we er werkelijk van overtuigd dat onze producten, die online gestreamd worden, in de tijd dat de live ervaring niet kan, werkelijk zo weinig waard zijn?

Ze sprak de sectorgenoten aan op waar het wringt met Fair Pay en welke boodschap je eigenlijk overbrengt naar het publiek. Die zien in de prijs niet terug hoeveel moeite er achter de schermen in gestoken is:

Het bouwen van een streamingservice, het onderhouden van de site, het maken van een registratie, het zijn allemaal flinke investeringen. We willen ook met deze onlineversies van voorstellingen een mooie beleving achterlaten en dat kost tijd, moeite en geld. (…) We moeten plots uitgaan van de maximale inkomsten en niet meer van het dekken van de kosten. Als er een gemeentelijke subsidie tegenover staat is dit wellicht nog wel te doen, maar voor de makers die vrij produceren is het onmogelijk om te spelen wanneer de kosten hoger zijn dan de inkomsten.

En dat is waar het wringt: de initiatieven vanuit gesubsidieerde instellingen en stichtingen kunnen de prijs kunstmatig laag houden omdat ze het verlies aan inkomsten kunnen compenseren achter de schermen. Marketing en contact houden met het publiek zijn hier het doel dat de middelen heiligt. Voor vrije producenten én theaters ontstaat zo oneerlijke concurrentie binnen de sector. Het publiek ziet namelijk alleen het prijsverschil en gaat natuurlijk voor de goedkoopste optie (zouden wij ook doen). Bovendien kan het na de crisis ook scheve ogen gaan gooien: waarom zijn die kaartjes dan ineens weer 10 euro duurder?

Nu kies ik ervoor om een voorstelling een dag te verhuren voor €12,50. Als ik eerlijk ben, vind ik dit voor een huiskamer vol kinderen eigenlijk te weinig. Maar goed, de ervaring is zeker anders en de drempel moet wel haalbaar blijven. Nadat ik deze prijs aan mijn gezelschappen communiceerde, kreeg ik direct de reactie van een gezelschap dat ik mezelf dan uit de markt prijs. Waarop ik resoluut zei, ‘als dit uit de markt is, dan wil ik niet mee doen in deze markt. Mijn gezelschappen bieden een kwalitatieve ervaring en dit is al een prikkie.’

Ze sluit af met een oproep:

Ik wil kansen creëren voor mijn makers, maar niet ten koste van alles, niet over de rug van de acteurs en zeker niet ten kosten van de theaters. Dus bij deze, met grote urgentie voor al mijn collega’s in het vak: zorg voor onze sector, gooi geen registraties en streams in de uitverkoop!

Laten we met elkaar proberen dat we een fair pay constructie kunnen handhaven. Ook nu. Of beter: juist nu!

(lees het hele artikel bij Cultureel Persbureau of Theaterkrant)

De reacties

Op verschillende kanalen krijgen we van publiek en sectorgenoten steunbetuigingen, maar er komt ook een tegenreactie. De nuance wordt aangebracht dat we in het begin van de crisis nog van alles gratis op het internet zetten voor publiek, dus dan is het vragen van een prijs al een vooruitgang. Anderen voeren aan dat de voorstellingen al gespeeld zijn en iedereen dus al betaald. Helaas heeft niemand gereageerd op het belangrijkste punt: wat is de verantwoordelijkheid van gesubsidieerde initiatieven ten opzichte van vrije producenten en theaters?

Opvallend is dat de lage prijzen verdedigd worden met dezelfde argumenten waar we in de Fair Pay-discussie mee hadden afgerekend. Er moet een publiek opgebouwd worden, zichtbaar blijven is belangrijk, het heeft tijd nodig… De artiest heeft hier niets aan, die kan nog altijd geen huur of boodschappen betalen van “exposure”. Laat staan alle productie- en personeelskosten die komen kijken bij het produceren van kwalitatief theater. Live of online. Gaan we het werkelijk weer normaal vinden dat we zelf geld bijleggen om te kunnen werken? We kunnen hopen dat op een dag, ooit, publiek bereid is om meer te betalen voor online theater, of vanaf het begin niet de indruk wekken dat dat goedkoper kan dan Netflix. Kunnen we ook tijdens een crisis solidair zijn? Hier zijn we nog niet over uitgediscussieerd.

In Kunstzone: “Van crisis naar vernieuwing”

Ondertussen werden we ook uitgelicht in een leuk artikel over online oplossingen voor jeugdtheater op school. Naast alle hoofdpijn die het kan opleveren, kun je vergeten dat deze ontwikkeling eigenlijk best interessant is. Er is namelijk veel ruimte voor innovatie en creativiteit!

Zoals in het artikel wordt benoemd: “Schoolvoorstellingen zijn al jaren een onmisbaar onderdeel van kunsteducatie en voor veel kinderen is het vaak de eerste keer dat ze in aanraking komen met professionele podiumkunsten.” Alleen een registratie kan deze ervaring niet volledig nabootsen, dus worden theatermakers creatiever. De carrouselvoorstellingen van onze eigen Heer Otto worden besproken als innovatieve anderhalvemeteroplossing en Jasper Smit met zijn interactieve online kleinkunstvoorstellingen (mét goodiebag) komt ook voorbij.

Door de grilligheid van het coronavirus blijft het spannend of voorstellingen op de scholen kunnen blijven doorgaan, en zo ja, in welke vorm. Het is hoopgevend dat makers niet bij de pakken neerzitten, maar met creatieve en innovatieve oplossingen komen. Zo verandert de traditionele schoolvoorstelling misschien wel blijvend, zonder dat de beleving van een voorstelling en de betrokkenheid van jong publiek verloren raakt.

Lees het hele artikel hier!