De laatste ochtend

Dit is de laatste ochtend. Dat klinkt definitief en zo voelt dat nu ook. De laatste ochtend in mijn fantastisch fijne houten huisje. Mijn zomerplek, mijn blokhut, mijn meer-heb-ik-niet-nodig, mijn kleurige, vrolijke, huisje. Mijn turquoise huisje op die megatuin.

Waar ik elke ochtend de deuren open zette, met een kopje koffie in de hand ging kijken welke bloempjes en vruchten deze dag gekozen hadden als hun dag. Waar mijn katten via het kattenluik op avontuur gingen. Die ik in de zon zag liggen slapen of tussen het maagdenpalm. Daar waar ik appels zo groot groeide dat je er niet vanaf kon happen. Daar waar mijn courgettes zo groot groeiden dat ik voorlopig courgettesoep eet. Daar waar ik dit jaar met mening luisterboek in de hangmat lag. Waar ik, als ik thuiswerkte, even pauze hield met een snoeischaar in mijn hand. Daar waar ik kilo’s brandnetel eruit trok. Daar waar als het regende en koud werd, de nieuwe houtkachel midden in het huisje al de warmte en knusheid verspreidde die het huisje en ik nodig hadden om gelukkig te zijn. Daar waar ik leerde dat voldoende rust en stilstand mij veel beter in staat stelt om heel daadkrachtig en doeltreffend te werken. En dat veel uren werken dit niet persee tot gevolg heeft.

Het huisje waar ik volledig back to basic ging. Waar enkel het gebrek aan een wasmachine was soms een irritatie. Hoewel, vannacht was het wel heel koud in mijn huisje. Toen ik gister thuis kwam wat het koud en klam. Mijn bed al wat vochtig. Zo koud dat de katten een keertje bij me mochten slapen. Toen ik vanmorgen wakker werd was het ook nog donker. Het eerste wat ik vanmorgen deed was in de regen naar buiten voor hout op de houtkachel. Een leuke handeling als het eenmalig is, niet als je voor je werk je aan moet kleden. Dan krijg je het dus niet warm. De douche komt ook niet meer voldoende op temperatuur, hij wordt warm, maar niet zo warm dat je er echt onder WIL staan. Goede oplossing voor gas besparen, maar dat is met mijn butaan gastank niet echt een issue.

Dit is dus de laatste ochtend. De laatste ochtend met de katten en koffie luisteren naar het gezang van de vogels vanuit bed. De laatste waarop ik de ekster over mijn dak hoor, de regen tegen mijn ruiten en de wind om het huisje.

Ik moet weer gaan. Hier was ik zo gelukkig en genoot ik intens van de zomer. Maar deze is voorbij. Ik kan wel blijven zitten, maar de zon die komt niet meer en zonder zomer is het hier echt wat minder. Ik heb voorjaar en zomer nodig om hier gelukkig te kunnen zijn.

Dus mijn spullen zijn gepakt. De tassen staan klaar. Ik ga zo mijn auto halen en al mijn zooi en katten inladen. Om naar huis te gaan, al voelde dit als echt thuis. Niet meer op de bank zitten staren naar de prachtige bananenboom. Niet meer een rondje langs de frambozen en druiven. Niet meer die prachtige passiebloem die in de ochtend voor mij alleen zijn pracht en praal opende. Klink ik weemoedig? Vast en zeker! Dat ben ik ook!

Ik weet dat ik door moet omdat ik hier niet kan blijven. Ik weet dat hier blijven alleen blijven is voor dat wat zo fijn was en niet dat wat fijn is. Hoewel ik nu met de houtkachel aan vanuit het huisje naar mijn prachtige door de zon beschenen tuin kijk, weet ik dat het gaat hozen! En dat ik morgen als ik naar kantoor moet echt ongelukkig ben als ik me, na een koude nacht, in de kou aan heb gekleed, niet kan douchen en na een kwartier door de regen lopen eindelijk verkleumd in mijn auto zit. Het is beter om nu te gaan dan dit te rekken.

Stiekem verheug ik me ook wel weer op thuis. Een koffiezetapparaat, televisie, verwarming en een bad. Een oven waarvan je de temperatuur kan reguleren. Een vriezer en koelkast met ruimte. Al die dingen mis ik vanuit mijn hangmat in de zon niet, maar nu! Ik kan straks weer brood gaan bakken, experimenteren met koken in mijn gigakeuken. Ik kan knus op mijn bank met een deken naar een serie of film kijken. Daar kunnen mensen ook komen eten, spelletjes doen en koffie drinken. Daar ben ik net zo min alleen als hier. Daar leef ik weer tussen de mensen, ben ik zo in de stad. Daar vier ik kerst en mag de sneeuw gaan vallen. Daar vind ik het minder erg om naar mijn werk te gaan. Daar heb ik altijd goed internet.

Het klinkt als een goede metafoor over loslaten en doorgaan.

Hier met mijn laatste koffie is dit voor mij geen metafoor voor iets groters, alleen de werkelijke keuze van verhuizen. Ik heb in de afgelopen jaren zo vaak geleerd los te laten en door te gaan. En op dit moment voel ik hem voor mezelf heel concreet maar als ik denk aan de ander?

We moeten allemaal af en toe de zomer loslaten en de herfst tegemoet treden. De seizoenen leren ons veel en nodigen ons altijd uit te groeien. Hier met die koffie begrijp ik alle makers, collega’s en gezelschappen, al die vrienden, die de afgelopen tijd hebben besloten om te stoppen. Die kiezen om dat wat mooi was te laten gaan omdat de zon niet meer schijnt en het tijd is om naar binnen te gaan. De zon kan niet altijd blijven schijnen en dan moeten we ook gewoon naar binnen kunnen gaan. Volgend jaar ga ik hopelijk weer zo genieten van de zomer, maar voor nu, kom maar op met die de regen en kou, ik zit thuis lekker knus met mijn katten en koffie.

Karin Bannink