Het is een gekkenhuis

Het is zondagochtend. Ik lig in mijn bed met mijn katten en niet mijn favoriete koffie. Ik zie al dagen de koffievoorraad slinken en nu ben ik afgezonken naar de decafé. Wat we daaraan hebben weet ik niet. Maar geen tijd om koffie te kopen of te bestellen. Mijn moeder belt. ‘Hoe is het?’ ‘Ja het is’. Ik kan wel beginnen over de drukte, op mijn tandvlees lopen, geen boe of bah meer kunnen zeggen, maar daar wordt het toch niet beter van. Het is gewoon wat het is. 

Ze vraagt me naar mijn vriendje, die ik gisterochtend op het station heb afgezet omdat hij weer voor 6 weken in Saoedi-Arabië zit voor werk. De afgelopen weken was hij vaak de stok achter de deur voor de leuke dingen. Toch samen naar de bios of uit eten, toch op tijd thuis zijn want hij had gekookt. Toch mee naar dat feestje want hij maakt wel afspraken met zijn familie en vrienden. Die stok is dus nu weer weg.  

De vorige periode dat hij weg was heb ik gemerkt hoe makkelijk het voor mij is mezelf volledig te verliezen in werk. En aangezien de werkdruk buitenproportioneel is geworden, is dat heel fijn. Gewoon zonder schaamte en zonder me schuldig te voelen alle dagen werken en doortrekken. Uiteindelijk geeft dat meer rust dan verplicht op de bank zitten terwijl je weet dat de hoeveelheid problemen niet op te lossen zijn.

Drie wielen tegelijkertijd uitvinden

Wij zitten de afgelopen maanden met elkaar in crisismanagement. Dit is de meest vermoeiende manier van werken. Het is enkel gericht op: wat is NU mijn grootste kortetermijnprobleem? Wat moet ik nu doen om dat probleem te minimaliseren? Door de focus op dat probleem van vandaag en morgen zie je de problemen van volgende week en die week daarna niet aankomen. Laat staan dat je met je gezelschappen op tijd om de tafel zit voor de deadlines van brochures of presentatiedagen.

Dit kortetermijndenken is onze erfenis van covid. Door de persconferenties wisten we pas zo kort van tevoren hoe we ons leven en bedrijf konden vormgeven, dat het geen zin had. En nu we opeens weer naar de toekomst kunnen kijken, maar niet volledig en niet het beste, zijn we drie wielen tegelijkertijd aan het uitvinden. We zien de schade aan onszelf en de sector door covid. Zijn op day-to-day schaal nog problemen aan het tackelen. Want hoe gaan we nou om met die boeking waar geen kaarten zijn verkocht maar het gezelschap wel zijn personeel uit moet betalen? En het theater vindt dat het buiten zijn macht ligt omdat de bezoekers door corona niet komen? Of hoe verhouden wij ons als mens tot die QR-code? Hoe is dat voor mijn makers?

Wij zijn de sector waar dit het meest gehandhaafd moet worden en we kunnen ons eigenlijk niet eens permitteren hierover na te denken en een visie over te hebben. En vervolgens probeert het derde wiel ‘dingen zoals ze waren’ weer op te tuigen. Maar daar hadden we al die tijd geen tijd voor? Dat proces loopt tergend achter! Hoe moet dat dan nu? Weer een andere aanvliegroute kiezen? De verliezen maar weer een jaar nemen? Er maar op vertrouwen dat het goedkomt? Door die crisismodus ervaar ik geen ruimte om hierover na te denken. Wij lopen alle stappen door die we altijd doen en zorgen dat de to-do’s, wellicht weken te laat, wel afgevinkt worden. Dat doet crisismanagement met je. Dit moet zo, dus doen we het zo, ook al is het twee maanden te laat en is het verstandig om deze taken in zijn geheel te schrappen. Crisis, is vasthouden aan wat was en dan de helft daarvan uit je handen laten vallen, vergeten en te laat alsnog doen.

Loslaten en schrappen 

Ik ben met mijn tweede kop koffie op de bank gaan zitten. Deze is nog erger, hij heeft een karamelsmaakje (jak), maar wel cafeïne. Deze ochtend heb ik mij verslapen. Ik moest eigenlijk nu in een voorstelling zitten. Ik moest eigenlijk haastig uit bed springen, snel snel mijn huis uit om snel snel in de trein te springen en snel snel hopelijk op tijd die voorstelling in te duiken. Om dan volledig gestrest met halve hartkloppingen en alleen maar bezig met mezelf en de planning die voorstelling te ervaren. Een beetje zoals ik de afgelopen maanden elke dag mijn leven leid.  

In plaats daarvan draaide ik me om, meldde ik mezelf af. Kroelde ik met mijn katten, belde met mijn moeder, maakte mijn huis een beetje aan kant. En schreef mijn gedachte en gevoel van me af. Ik ga zo ook even boodschappen bestellen want mijn beschimmelde groente en die koffie zijn een probleem dat ik niet te ver vooruit wil schuiven. Ik ga die man dus wel missen. Die stok achter de deur, die door voor mij te koken zorgde voor een kortetermijnprobleem. ‘Nu niet werken want anders man teleurgesteld.’

Maar nu is het tijd dat mijn volwassen toekomstgerichte brein het weer over gaat nemen. Ruimte creëren om afstand te maken en de prioriteiten voor de toekomst vast te stellen. Als ik zo veel en zo gestrest blijf werken dan maak ik domme keuzes en lig ik er straks weer af. Ik kan dan wel geaccepteerd hebben dat ik niet alles kan en geen Superwoman ben. Ik mag nu nog leren voor mezelf en mijn eigen toekomst zorgen en waken voor crisismanagement. Dus het mag van mij stukje rustiger en sommige ballen gaan we gewoon laten vallen. Klaar met het gekkenhuis, tijd voor loslaten en schrappen, niet meer omdat het altijd zo ging, maar op tijd naar huis. En goede koffie bestellen!   

Karin Bannink