Was het overal maar wat meer Mexico City

Op een bankje in de zon, in een klein parkje van een miljoenenstad, probeer ik me te concentreren. Het maakt niet uit, na elke zin die ik lees word ik mijn boek uitgezogen. Ik kan niet zeggen dat het door het boek komt, het krijgt gewoon geen echte kans bij me. Ik zit op een bankje in de zon. Het is een rustig deel van deze bruisende stad en een rustig tijdstip. Blijkbaar gaat deze miljoenenstad pas in de middag bruisen. Net als de zon. Ook die lijkt zijn hitte te bewaren voor de namiddag. Dus hoewel het bijna twaalf uur is, is het zonnetje nog maar net begonnen. Alsof alles in deze stad erop ingericht is om rustig te starten en lang door te gaan!  

Naast mij landt een vogel. Haar lied pakt mijn aandacht. Ze klinkt als een duif maar iets zoeter. Ze zit nog geen 50 cm bij mij vandaan en ik zie hoe haar lijf het geluid voorbrengt. Eigenlijk heb ik hier nog nooit over nagedacht. We noemen het fluiten, maar ik zie iets anders. Ik zie haar enkel haar longen vullen en ritmisch de lucht weer naar buiten brengen. Grappig hoe wij mensen dingen met woorden benoemen en dat die woorden het soms totaal niet kunnen omvatten. Het is een zacht en vredige roekoe. Dit duifje ziet er alleen wel een beetje anders uit dan de dikke duiven die ik in Rotterdam meestal rondom de Bram Ladage frietjes zie pikken. Sowieso hebben de vogels die ik hier zie tot nu toe altijd beide pootjes en hebben ze geen wonden door gevechten met plastic of blik. Dit duifje is ongeveer een kwart qua omvang van de duiven thuis. Het lijkt een kruising tussen de mus en de duif. Vorm en geluid van de duif maar kleur en grootte van de mus. Ze vliegt, na mij met haar geroekoe vermaakt te hebben, weer weg. In deze giga-stad heb ik de rust en balans om volledig op te gaan in de aanwezigheid van dit vogeltje.  

Ik probeer weer eens dat boek wat roerloos op mijn schoot ligt. Iets wat van korte duur is als er een verliefd koppel voorbij schuift. Het kan aan mij liggen, maar het lijkt erop dat in dit warme land mensen veel vrijer zijn in het tonen van affectie. Of ik verblijf hier midden in het liefdesseizoen en iedereen die ik zie zit in de prille eerste fase van de liefde. Ook als ze twee kinderen hebben of 80 jaar oud zijn. Er wordt veel gelachen, veel gekust, veel geknuffeld, spontaan gedanst en veel geflirt. Mensen raken elkaar hier veel meer aan. Vrienden, familie, een kus of een knuffel is altijd ergens te zien. Zo anders dan in ons Nederland.  

Waarom schamen we ons voor het openbaar tonen van onze affectie? Waarom is knuffelen, een aai over de bol, een hand vasthouden iets slechts? Waarom is affectie eigenlijk alleen weggelegd voor geliefden en dan ook nog in beperkte mate? Waarom is het ons nog niet gelukt om de schaamte voor het tonen van affectie af te leren? Wat is er nou toch zo erg om elkaar aan te raken in het openbaar?  

Een redelijk gezette puber met een Ubereats rugzak en een mountainbike loopt voorbij. Zijn mond open en een blikje cola in de hand. Wat heerlijk om kinderen en jongeren te zien in andere landen, daar is zo weinig verschil. Ergens in onze weg naar volwassenheid vestigt onze culturele blauwdruk zich pas. Ik reis om te zien of ik mijn blauwdruk wel prettig vind. Of die wel gedragen wordt door mijn gevoel, of die wel bijdraagt aan mijn geluk. Ik ben een liefdevol mens! In mij zit veel affectie voor het leven, voor de wereld, de dieren, de mensen en wat we voortbrengen. Ik hou van mijn vrienden en familie. Misschien voel ik me soms teveel geremd in het uiten van dat gevoel door de Nederlands protestante standaard. Hoe vaak wordt hand in hand lopen gekoppeld aan een relatie? Hoe vaak koppelen we knuffelen aan een seksuele relatie? Dus daar zijn we terughoudend in, want we willen niet dat die ander denkt dat (vul maar in). Maar we hebben het toch wel nodig en hoe fijn is het om te laten zien dat die ander wat met je doet? Dat die wat voor je betekent? In mijn blauwdruk wil ik meer ruimte voor het uiten van mijn gevoel naar anderen! Als ik van iemand hou en blij wordt van iemand, ook al is het maar voor dat moment, dan wil ik dat ook uiten. Ik denk dat we allemaal veel meer genieten van alle mensen om ons heen als we de liefde zien die zij met zich meedragen. Hoe inspirerend en warm zal de wereld dan zijn! 

Karin Bannink