Is het geld? Of is het de druk?

De aangekondigde beleidsveranderingen van onze huidige minister en de cultuurbezuinigingen in België vormden in het najaar de kern van mijn facebook-tijdslijn. We waren het er niet mee eens, maakten onze profielen geel en namen selfies met publiek. Niet veel harde protesten, want we zijn toch eigenlijk ook te druk. En hoeveel prioriteit kan je geven aan naderend onheil als je tot over je oren in een aanvraag voor een meerjarige subsidie zit? Wanneer je momenteel je uiterste best moet doen om aan te tonen dat jouw bedrijf en organisatie er toe doet, hoe hard kan je dan vechten voor je sector? 

Maar er waren wel een heleboel echte protesten vanuit andere sectoren. Het lijkt wel alsof iedereen het “er” het afgelopen half jaar mee oneens was! Dus voerde ons land protest! “Dit kan zo niet langer! We moeten meer geld! Meer waardering!”, roept iedereen momenteel in elke branche die met name gereguleerd wordt door de overheid. Ik ben vast niet de enige die het opgevallen is dat enkel de politiek geen actie voert tegen de welvaartverdeling, cao’s, budgetten en regelgeving. Iedereen is boos, iedereen voelt zich ondergewaardeerd, voelt zich gebruikt en pikt het niet langer.

Hoewel ik momenteel niet snel meeloop in een protestmars begrijp ik de gemoederen en soms de noodzaak heel goed. Ik vind ook zeker dat er meer budget moet komen voor onderwijs, zorg en cultuur. Natuurlijk vind ik ook dat we iets moeten met het milieu. Het feit dat iedereen zich in wil zetten om bewustwording van de noodzaak in gang te zetten vind ik een bijzondere en goede ontwikkeling. Mij valt op dat we negen van de tien keer met elkaar heel hard roepen dat er meer geld bij moet en in sommige gevallen is dat een grote stap voor een oplossing. Maar ligt er niet een veel groter probleem ten grondslag van ons ongeluk en onze onvrede?

We zitten met elkaar in een veranderende wereld waarbij we los moeten komen van de patronen die wij in onze opvoeding hebben gehad, welke gebaseerd zijn op de patronen die onze ouders en hun ouders daarvoor en hun ouders dáárvoor hadden. Deze patronen zijn grotendeels in conflict met wat we in onze puberteit hebben ontdekt of wat we in onze volwassen leven willen nastreven. Als we de samenleving vergelijken met volwassen worden dan heeft onze samenleving echt issues met de opvoeding en zitten we in de pre-puberale fase. We moeten losbreken van onze opvoeding en nieuwe patronen ontwikkelen.

Volgens mij hebben we in dit moment op de wereld grotendeels het puntje van de piramide van Maslov bereikt. Ons leven gaat niet meer om overleven maar om zingeving. Voor mensen aan de onderkant van de samenleving die door armoede en sociale klasse minder kansen krijgen is dit natuurlijk niet helemaal het geval. Maar ook daar zien we de wereld veranderen van ‘de wereld van overleven’ naar ‘de wereld van zingeving’. We vinden geluk belangrijker dan wat dan ook. Geluk is maakbaar en je bent verantwoordelijk voor je eigen geluk. Hang je onderaan de samenleving? Dan was dit je eigen keuze en moet je iets beter je best doen. Succesvol zijn is een keuze en rijk zijn ook!

Dus je bent ook verantwoordelijk voor je eigen stress, je eigen ongeluk en fouten. Iedereen voelt die druk van die verantwoordelijkheid en als je kinderen hebt dan ben je natuurlijk ook nog eens verantwoordelijk voor hun geluk en komt er nog meer druk bij kijken. Waar we vroeger ons geluk nog in handen konden leggen van een god, een baas of de overheid, moeten we het nu toch echt zelf fixen. En daarnaast was vroeger dan ook nog eens dat geluk helemaal niet zo belangrijk. Zolang je kinderen bleven leven, je een dak boven je hoofd had, boter op je brood, mocht je in je handjes knijpen. Ook was je niet op aard om gelukkig te zijn, maar veelal om god te dienen en in het hiernamaals gelukkig te zijn. Dus hard werken, zorgen dat iedereen blijft leven en het liefst je nageslacht zo makkelijk mogelijk laten ‘overleven’ in de toekomst. Geluk kwam bij de toename van overleving eens om de hoek kijken en werd een doel op zich.

We zijn obsessed met geluk en hoe meer we er van hebben, hoe lastiger het na te streven is. Want wat is geluk nou exact? Wat moet je bereiken omdat te hebben? Is het tastbaar? Als je het bereikt hebt, kan het zo weer verdwijnen. Hoe verwacht jij je te voelen als je het geluk hebt bereikt? Een mooie uitspraak vind ik: “geluk is de werkelijkheid minus de verwachting”. Dus hoe meer verwachting we hebben van een te bereiken geluk, hoe kleiner de kans dat we wanneer we dat punt hebben bereikt daadwerkelijk gelukkig zijn. Dus we worden niet echt gelukkiger van de focus op geluk.

Ons oude patroon geeft ons de gewoonte om dan dus te zoeken naar het juiste antwoord. Geld was natuurlijk altijd het antwoord op meer veiligheid in het leven. We weten allemaal: leven zonder geld is een moeilijker leven en dus minder gelukkig. Dus hebben we elkaar verteld dat meer geld meer geluk is. We kunnen meer kopen, vaker uit eten, vaker op reis, in een groter huis wonen, een duurdere auto rijden, hebben meer status en dat alles zal vast resulteren in meer geluk. Of we kunnen minder werken en minder werken is meer vrije tijd, is meer geluk. De opmerking “Ik werk om te leven, ik leef niet om te werken” is daarbij steeds vaker een soort houvast voor het nastreven van geluk.
Maar waarom werk je echt? Werk je enkel voor geld? Werk is volgens diverse onderzoeken goed voor je welzijn. Het is nodig om je nuttig te voelen. Maar het aantal uur per week dat je dan moet werken is 8 uur. Alles wat je daarboven werkt, voegt niet per se iets toe aan je welzijn. Tenzij…

Wanneer ik zou werken voor het geld dan was het iedereen die dit leest vast heel duidelijk dat ik nooit een jeugdtheater impresariaat was begonnen. Ik ben best goed met cijfers en zou het denk ik best goed hebben gedaan als registeraccountant. Maar ik heb het geluk te zijn opgevoed met zingeving als maatstaf van succesvol leven en dus voor geluk. Niet geld, niet succes, niet spullen, niet aanzien, niet geluk, maar zingeving.
Al vaker schreef ik naar het zoeken van je persoonlijke ‘waarom’. Een term die komt uit de theorie van Simon Sinek. Over dat mensen en bedrijven naar de kern moeten kijken van waarom ze doen wat ze doen. Wanneer je zoekt naar de kern en jouw zingeving zijn alle randvoorwaarden veel minder relevant. Je haalt je genoegdoening van werk uit die zingeving en niet uit het geld.

Wanneer ik om mij heen kijk in de culturele sector of in het onderwijs, zie ik heel veel mensen die juist vanuit connectie met hun persoonlijke ‘waarom’ gekozen hebben voor een beroep. Niemand wordt kleuterjuf vanwege het geld of het aanzien. Hoewel veel mensen de stap hebben gemaakt naar denken vanuit zingeving, hebben we dat als maatschappij nog niet gedaan. We belonen mensen nog niet op hun output in inspiratie, ontwikkeling bij anderen, connectie met een ander. We beoordelen op cito-toetsen, op aantal verzorgde patiënten, op ingevulde dossiers, op goed op papier gezette beleidsnota’s. We willen als maatschappij geld verantwoorden op meetbare kwantitatieve output, want we zouden toch eens meer geld geven dan dat iets of iemand verdient. Dat kan niet in onze markt! We beoordelen waarde met geld en waarde moet te meten zijn. Zo wordt bijna iedereen in de publieke sector overvraagt in het bewijzen van hun nut of prestaties. De beroepen worden leeg, de zingeving wordt eruit gehaald en wat blijft er dan nog over?

Werken enkel voor het geld en om te overleven. Daarom gaan we protesteren. Daarom zijn we het er niet mee eens. Daarom moet er iets veranderen. Geef mensen een kans op zingeving en geluk is binnen handbereik, voor iedereen.

Karin Bannink