Waar van een trapleer vallen allemaal goed voor is!

Met half lauw water sta ik de afwas te doen. Ik geef rustig en meditatief met het schuursponsje elk glas en bordje de aandacht die het nodig heeft. Het is al laat. Maar voor ik ga slapen moet ik nog even alle afwas weggewerkt hebben. Vrienden van me zijn net vertrokken. Ze waren gaan wandelen met hun kleintje omdat het veel te warm was om binnen te blijven. Die wandeling leidde naar het mooie park in Schiedam waar ik toevallig ook een tuinhuis heb. Een tuin van 250 m2 met een leuk blokhutje. Een heerlijke plek waar je een vakantiegevoel hebt, nog geen tien minuten fietsen van mijn huis. Maar de afgelopen weken was dit plekje wat mij rust moet geven enkel een punt van stress, irritatie en zwaarmoedigheid. Ik pak nog een koffiekopje en ben blij dat die situatie weer veranderd is.

Gisteren was ik nog zeer gedemotiveerd en in staat om dit paradijselijke plekje te verkopen aan de eerste de beste bieder. Heel eerlijk: een tuin heeft heel veel onderhoud nodig. Je kan niet alles de boel de boel laten. Er moet gesnoeid worden. Dingen storten in. Druiven moet je leiden. Onkruid moet je eruit halen. Bamboe moet je niet laten winnen! Vijvertjes moeten leeggeschept worden. Rozen op tijd geknipt. De bramen kan je niet zonder toezicht hun gang laten gaan. Je appels moet je beschermen tegen boze groene kanaries. Frambozen, wijnbessen, pruimen, aalbessen, blauwe bessen moeten geplukt worden. De vlinderstuik moet gesnoeid worden zodat die nog eens bloeit. Hosta’s beschermen tegen de slak. En de klimop moet je in de kiem smoren. Dan hebben we het dus nog niet over de heggetjes, paadjes en het tuinmeubelair waar je iets mee MOET.

Toen ik terugkwam uit Mexico was ik in verband met al dit moeten al negen maanden niet op de tuin geweest. Het idee wat ik daar aan kon treffen bezorgde me bij voorbaat al zoveel stress dat ik dan maar niet ging. In een leven met zoveel verantwoordelijkheden kies ik in mijn privé leven toch af en toe de struisvogeltechniek! Maar na mijn reis was de tijd daar en ben ik maar eens een kijkje gaan nemen.

De moed zonk me in mijn schoenen door al het moeten wat ik zag. Naast het feit dat die hele tuin één grote jungle was geworden, waar je niet meer zonder snoeischaar doorheen kwam, was mijn huisje ook behoorlijk aan onderhoud toe. Helaas waren er allerlei plekken van houtrot te vinden en moest het hele blokhutje geverfd worden. Daarnaast bleken geiser, koelkast, douche en tuinmeubilair kapot. Ik ben op de volledig doorgezakte bank gaan zitten en van binnen hard gaan huilen.

De afgelopen weken heeft dus veel vrije tijd in het teken van mijn klustuin gestaan. Niet omdat ik wilde maar omdat het echt MOEST gebeuren. Met veel tegenzin ging ik er elke keer weer heen. Overal zag ik werk. Overal zag ik wat er allemaal nog moest. Bij alles dacht ik: “Hoe kan ik dat nou allemaal alleen doen? Ik WIL hier gewoon genieten maar ik MOET zo veel. Ik WIL potdomme helemaal niks doen! Ik WIL niks MOETEN!”

Laten we zeggen dat ik van mijn vader de intense hekel geërfd heb aan dingen moeten en gedoe. In mij zegt er altijd een stemmetje “Moet dat nou, is dat nou nodig?” Ik heb ook van mijn vader geërfd dat ik de kracht en mogelijkheid heb om de potentie te zien. Hoe kunnen we iets nog beter laten lopen? Van mijn moeder heb ik dan weer de eigenschap om heel praktisch te zien hoe dit zou kunnen en hoe je van de gegeven situatie het beste kan maken. Dus mijn vader ziet “dit kan/moet beter” en mijn moeder ziet “zo kunnen we dat aanpakken en zo kunnen we er de beste situatie met onze mogelijkheden van maken”. Dus in mij verenigd ontstaat er vaak een hele goede mix. “Hoe kunnen we dit naar een hoger plan tillen, waar liggen de kansen, waar ligt de groei en wat moet daarvoor allemaal gebeuren”, zit diepgeworteld.

Maar als ik niet oppas dan wordt de eigenschap van mijn vader een stem in mijn hoofd die altijd zegt dat het niet goed genoeg is. Een stem die zegt wat er allemaal moet gebeuren en hoeveel gedoe dat is. Hoeveel werk het zal zijn om al die potentie eruit te halen. De eigenschap van mijn moeder wordt een stem die vindt dat het allemaal NU moet gebeuren. Dat ik niet mag zitten tijdens het werken, maar door moet want ik heb een planning en dit moet af. Ik besef me tijdens de afwas dat het conflict dat mijn ouders dus vaak hebben, zich bij mij intern afspeelt. Als deze stemmen zo samenwerken is dit dus dodelijk vermoeiend en ook zeer demotiverend. Ik verander van mijn energieke, ambitieuze, passievolle zelf naar de ontmoedigde, zure en negatieve zelf. Overal zie ik werk, overal zie ik moeten en overal zie ik hoe het mis kan gaan.

De afgelopen twee dagen was ik met mijn vader aan de klus. We waren aan het schuren en verven. We zagen samen wat er moest gebeuren, hoeveel dat was en gingen gestaag en ongelukkig door. Want wat een gedoe is dat, een huis verven. Nadat de klus voor de dag af was, ging ik nog wat verder in de tuin. Ik kroop op een ladder en was bezig met de rozenbogen en het opbinden van de druif, bes en clematis. Een pootje van de trapleer verschoof en die zakte plots de zachte aarde in. De trapleer ging om en ik ging met rozenbogen en natuur, achterwaarts mijn stenen terras op. Ik brak mijn val met mijn been. Gelukkig brak ik mijn been niet. Maar de conclusie was wel dat ik er niet meer echt op kon staan en dat fietsen geen mogelijkheid was. Ik kan dus niks doen en zat op de tuin.

Ik zat de hele dag in de zon voor mijn ongeverfde, ongeschuurde huisje. Ik zag de vogels en vlinders af en aan vliegen tussen mijn “nodig te snoeien” bloemen en planten. Vanuit mijn zwembad hoorde ik de bamboe ritselen die echt verwijdert moest worden. Ik ben de hele dag bezig geweest met accepteren dat ik niks kón doen.

Terwijl ik dit deed kwam ik tot het inzicht dat er naast die stemmen van mijn ouders nog een andere stem in me zit die nog sterker aan mij verbonden is. Het is de stem die zich verveelt wanneer ik een serie kijk. Die als er vrienden komen altijd losgaat op eten koken. Die zelf de vormgeving van posters en brochures wil doen. Die altijd met nieuwe ideeën komt en altijd iets wil doen. Die wil leren, wil reizen en wil ontdekken. Die het heerlijk vindt om het hoofd leeg te maken door dingen te doen. Die bezig wil zijn met de handen, omdat dat het bloed beter laat stromen. Als ik die taken alleen maar zou zien als moeten, dan zou ik dankbaar zijn met die dag van echt niets kunnen doen. Maar terwijl ik klaag vind ik het dus heerlijk! Heerlijk om te klussen, om dingen mooier te maken en mijn eigen omgeving zo te maken dat alle potentie eruit gehaald kan worden.

De afwas is klaar. Morgen ga ik lekker naar kantoor om daar de dingen die ik moet en wil weer samen te laten komen. Het is prima om hier het verfwerk even te laten, want het hoeft niet nu af. Ik mag dat gewoon verspreiden over de aankomende tijd, omdat ik het niet erg vind om te doen. Ik ga beter luisteren naar die stem die zo graag wil bouwen en wil laten groeien. Vanaf nu probeer ik het woord “moeten” uit mijn gedachten te weren, maar te denken aan “willen”. Want al dat willen is veel productiever, wanneer het gepaard gaat met blijdschap en vrijheid. Doen wat ik wil maakt me vrij van verplichting en maakt alles leuker! Waar van een trapleer vallen allemaal goed voor kan zijn!

Karin Bannink